Dénia is als een van de oudste dorpen aan de Costa Blanca een populaire vakantiebestemming. Op de plek van het huidige Dénia bevond zich ooit, enkele eeuwen voor Christus, een Griekse kolonie. Het Romaanse kasteel, gebouwd in de 11de en 12de eeuw, torent op een heuvel boven het dorp uit. De klim naar boven kan op warme dagen best zwaar zijn, maar is de moeite waard. Met hetzelfde entreekaartje kan ook het Palau del Governador en bijbehorend museum worden bezocht. Ook kunnen bezoekers wegdromen bij het panoramische uitzicht over Dénia.
De titel voor het mooiste plein van Dénia gaat naar het Plaça de la Constitución, waar onder meer het gemeentehuis en de achttiende-eeuwse kerk Iglesia de Nuestra Señora de la Asunción zijn gevestigd. Vergeet niet even de kerk binnen te gaan, al is het alleen maar voor die prachtige entree.
Oude centrum en haven
Aan de andere kant van het plein ligt de oude binnenstad van Dénia. Aan de zeezijde zijn vooral restaurants, bars en winkels gevestigd. Veel interessanter zijn de straten en pleintjes daarachter, waar het oorspronkelijke karakter van het dorp behouden is gebleven. Een goed voorbeeld daarvan is het Plaçeta de la Creu. De leukste winkelstraat is Calle del Marqués de Campo.
De haven van Dénia heeft drie functies. Net als in veel andere badplaatsen aan de Costa Blanca is hier de visafslag. Ook heeft Dénia een van de populairste jachthavens van de kuststreek, waar bezoekers hun ogen kunnen uitkijken aan de grote en luxe boten. Ten derde is de haven van Dénia dé plek om per veerboot naar de Balearen af te reizen. Wil je vanaf het vasteland naar Mallorca, Menorca, Ibiza of Formentera, dan is dit je vertrekhaven.